Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waarom toch zoudt gijlieden uw hart verzwaren, gelijk de [14]Egyptenaars en Farao hun hart verzwaard hebben? Hebben zij niet, [15]toen Hij [wonderlijk] met [16]hen gehandeld had, [17]hen laten trekken, dat zij [18]heengingen? 14. Deze manier van spreken, te weten, dat enig ding in het algemeen gezegd wordt, en daarna het een of ander in het bijzonder, wordt meermalen in de Heilige Schrift gebruikt, gelijk Joz.2:1; 1 Kon.11:1; 2 Sam.2:1; Ps.18:1, en Mark.16:7. 15. Anders, toen Hij met hen doende was, of, toen Hij zich oefende aan hen, of, nadat Hij hen bespot had. 16. Te weten, de Egyptenaars. 17. Te weten, de Israelieten. 18. Te weten uit Egypte.